De W van Werkkledij

Dat de stap van de vertrouwde thuisomgeving naar een woonzorgcentrum voor ouderen en hun
omgeving enorm groot is, is geen geheim. Eind 2022 lanceerden de vier woonzorgcentra van
Motena -Sint Henricus, Ter Berken, De Waterdam en De Zilverberg- daarom net ook hun
programma die gastvrijheid in alle betekenissen centraal zet in de dagelijkse werking. De W van
Welkom blijft ook nu de rode draad in het gloednieuwe hoofdstuk van hun verhaal.

De W van werkkledij

“We geloven in een blijvende evolutie binnen de werking van onze woonzorgcentra. We doen er elke dag alles aan om de autonomie en de thuisbeleving van onze bewoners te blijven respecteren”, aldus voorzitter Bart Wenes. De ‘w’ van woonzorgcentra maakte eerder dan ook plaats voor de ‘w’ van welkom. “Dat is en blijft immers de grote ambitie”, vervolgt directeur Zorg Laurent Hostekint. “Dat iedereen - van bewoner tot buurtbewoner en van familie tot medewerker - zich welkom voelt in onze woonzorgcentra. Die welkomstgedachte lees je niet alleen meteen als je binnenkomt, maar je voelt het vooral in alles wat we doen.” Voor de bewoners is het zo dat we streven naar een maximaal gevoel van huiselijkheid. Zo werd besloten om ook de werkkledij binnen onze woonzorgcentra kritisch te bekijken. Een intens, maar boeiend proces met toch best wat uitdagingen zoals hygiëne, veiligheid, praktisch comfort, … . “De beleving van de bewoner is hier belangrijk, maar ook het gevoel bij onze eigen medewerkers. Om huiselijkheid te creëren moet iedereen zich goed en veilig voelen bij ons.”, gaat Bart Wenes verder.

De ‘W’ van weg ermee, -of niet- het werd een vrije keuze

De keuze om maximaal in te zetten op huiselijkheid kreeg als resultaat dat er nu ook gekozen wordt om het dragen van werkkledij in de woonzorgcentra niet meer te verplichten maar optioneel te maken, en dus ook eigen kledij toe te laten op de werkvloer. Medewerkers kunnen dus vanaf nu hun eigen kledij dragen waarin ze zich goed voelen enerzijds én die huiselijkheid en een eigen persoonlijkheid uitstraalt anderzijds. “Belangrijk is dat we ook de nadruk willen verleggen van individuele functies – zoals zorgkundige, verpleegkundige, poetshulp, logistiek - naar een gedeelde rol als ‘zorgverlener’ voor onze bewoners. Dit bevordert een gevoel van eenheid en gemeenschap onder alle medewerkers, waarbij de focus ligt op het gezamenlijke doel van het bieden van optimale zorg aan onze bewoners, ongeacht je specifieke functie. Uitzonderingen hierbij zijn functies waarbij er specifieke vereisten voor kledij bestaan, zoals bij een kok of technisch medewerker.”, aldus Hostekint. 

Op basis van grondig onderzoek en bevragingen bij zowel bewoners als medewerkers werd de beslissing genomen waarbij er rekening gehouden wordt met enerzijds de welkom-visie van warmte en huiselijkheid en anderzijds met de belangrijkste bezorgdheden uit de testperiode, namelijk hygiënisch werken en behoud van herkenbaarheid van medewerkers bij bewoners en bezoekers. Er werd een specialist onder de arm genomen om een pasvorm te ontwerpen, die zowel naar stof, kleur als vorm aantrekkelijk en eigentijds is. Van de “klassieke schort in de zorg” is geen sprake meer. 

Eigen kledij mag, maar moet niet.

Concreet werd voor alle zorg- en schoonmaakmedewerkers een jasje en een broek ter beschikking gesteld vanuit het woonzorgcentrum. Het dragen van eigen kledij wordt maximaal gestimuleerd. “Het dragen van het jasje en de broek is echter een mogelijkheid die we aanbieden en zeker geen verplichting. Ook een combinatie is mogelijk, zoals bijvoorbeeld het dragen van een eigen broek in combinatie met een jasje van het woonzorgcentrum of omgekeerd. We geloven immers dat medewerkers die zich goed voelen in hun kledij dit ook uitstralen naar onze bewoners.”, besluit Bart Wenes.

Voor alle medewerkers zijn er leuke "lanyards" voorzien als herkenningspunt voor de bewoners. Deze lanyards kunnen nog gepersonaliseerd worden met leuke buttons.